Sinds 23 november 2022 is een asbestattest vereist voor de overdracht van een woning of ander gebouw in Vlaanderen, dat gebouwd werd voor 2001.
De verplichting geldt al bij de ondertekening van de onderhandse overeenkomst en dus niet pas bij de notariële akte. Ze geldt niet alleen voor verkopen maar ook voor de vestiging of overdracht van beperkte zakelijke rechten, zoals erfpacht, opstal of vruchtgebruik. Het attest is eveneens vereist bij vennootschapsrechtelijke herstructureringen, met name bij fusie, splitsing en met fusie of splitsing gelijkgestelde verrichtingen, net als bij een inbreng of overdracht van een algemeenheid of bedrijfstak.
Er is daarentegen geen asbestattest vereist wanneer men een huurovereenkomst sluit, maar als zo’n attest beschikbaar is, moet de eigenaar het wel aan de huurder bezorgen.
Bij een op til zijnde overdracht (in de ruime zin) is het dus belangrijk om tijdig de asbestinventaris te laten opmaken door een deskundige. Op basis van deze inventaris zal OVAM het attest afleveren.
Als het attest bij de ondertekening van de onderhandse overeenkomst niet wordt voorgelegd, kan de koper (of andere verkrijger) de nietigheid van de overeenkomst opwerpen. Onder het nieuwe verbintenissenrecht is hiervoor enkel nog een schriftelijke kennisgeving vereist, tenzij de overeenkomst al notarieel verleden is.
Het asbestattest vult dus het lijstje aan van informatieplichten die worden gesanctioneerd met nietigheid, naast het bodemattest en de stedenbouwkundige inlichtingen.
De toepasselijke regelgeving is te vinden in artikelen 33/1 tot 33/17 van het Materialendecreet en in hoofdstuk 5.4 van het Vlarema, en maakt deel uit van het Vlaamse Actieplan Asbestafbouw. Binnen datzelfde Actieplan moet elke eigenaar van een woning of gebouw gebouwd voor 2001 bovendien uiterlijk op 31 december 2031 over een asbestattest beschikken, zelfs als er geen overdracht in het vooruitzicht is.
Auteur: Siel Demeyere, Advocaat