15/06/12

Geldigheid sterfhuisclausule opnieuw bevestigd

Een sterfhuisclausule kan worden gedefinieerd als een beding in het huwelijkscontract waarbij het gehele gemeenschappelijk vermogen wordt toebedeeld aan één bepaalde echtgenoot, ongeacht of deze echtgenoot de langstlevende zal zijn. Een sterfhuisclausule kan fiscale voordelen bieden in specifieke gevallen waarin één van de partners ernstig ziek is, en met quasi zekerheid de andere partner zal overleven. In een eerdere nieuwsbrief hebben wij er op gewezen dat de fiscus de sterfhuisclausule probeerde aan te vallen. De fiscus wordt hierin echter niet gevolg door de rechtspraak.

Bij de toepassing van een sterfhuisclausule ontvangt de langstlevende echtgenoot de volledige huwgemeenschap in volle eigendom, en dit in de regel zonder betaling van successierechten. De fiscus probeert al geruime tijd om de sterfhuisclausule gelijk te stellen met een legaat, zodat er successierechten zouden kunnen gevorderd worden op de helft van de aldus verkregen huwgemeenschap.

Aanvankelijk baseerde de fiscus zich op artikel 2 Wetboek Successierechten. De fiscus oordeelde namelijk dat een sterfhuisclausule een overeenkomst is over een nalatenschap. Deze stelling werd echter van de hand gewezen door het Hof van Cassatie in een mijlpaalarrest van 10 december 2010.

De fiscus wilde zich echter niet neerleggen bij deze nederlaag. In een administratieve beslissing van 15 juli 2011 werd bepaald dat de sterfhuisclausule gelijkgesteld moet worden met een vrijgevigheid en bijgevolg onderworpen is aan successierechten bij toepassing van artikel 5 Wetboek van Successierechten. De positieve gevolgen van het cassatiearrest werden hierdoor dan ook volledig uitgehold.

Voormelde administratieve beslissing werd in de rechtsleer zwaar bekritiseerd. Deze kritiek wordt nu ook in de rechtspraak gevolgd.

In een recent vonnis van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Nijvel wordt de administratie radicaal teruggefloten (Rb. Nijvel, 6 januari 2012). In het vonnis werd opnieuw bevestigd dat de verkrijging krachtens het sterfhuisbeding van het volledige gemeenschappelijk vermogen in hoofde van de langstlevende echtgenoot niet onderworpen kan worden successierechten.

Deze beslissing is de eerste na de circulaire van de administratie. De discussie lijkt beslecht te worden in het voordeel van de belastingplichtige. Niets is echter definitief. Na een lagere rechtbank, zullen wellicht ook de Hoven van Beroep, en misschien opnieuw het Hof van Cassatie, moeten oordelen.

Bovendien kan de vraag gesteld worden of de rechtspraak een einde zal stellen aan elke discussie. Sedert 1 juni 2012 beschikt de fiscus immers over een nieuw wapen, nl. de anti-misbruikbepaling (zie ander luik van deze nieuwsbrief). Vraag is of de fiscus niet zal pogen om ook dit wapen in te zetten in haar strijd tegen de sterfhuisclausule.

Wenst u meer informatie omtrent deze problematiek , of heeft u vragen omtrent een andere materie inzake fiscaliteit of vermogensplanning, dan kunt u contact opnemen met Didier Jaecques, de Marlex-specialist inzake fiscaliteit & vermogensplanning.

dotted_texture