14/06/12

Ook bij insourcing is er “overgang van onderneming”

Liedekerke Headlines Labour & Employment

Een hogeschool besloot om, na een tijd de cateringactiviteiten aan een cateraar te hebben uitbesteed ("geoutsourcet"), terug zelf maaltijden voor haar studenten en personeelsleden te bereiden. Bij deze "insourcing" van de cateringactiviteiten verslikte men zich echter in het begrip "overdracht van onderneming".

Overgang van onderneming lijkt voor velen een taaie brok, samengesteld uit Europese en nationale regelgeving, overgoten met een dikke saus van niet altijd even consistente rechtspraak. Bovendien staan velen er niet bij stil dat er in heel wat verschillende situaties (verkoop van een bedrijfsafdeling, outsourcing van een activiteit, de situatie waarbij een nieuwe dienstverlener een activiteit voortzet die eerder al was geoutsourcet,...) sprake kan zijn van een overgang van onderneming.

Volgens artikel 6 van de Belgische CAO nr. 32bis is een "overgang van onderneming" de "overgang, met het oog op de voortzetting van een al dan niet hoofdzakelijk economische activiteit, van een economische eenheid die haar identiteit behoudt, waaronder een geheel van georganiseerde middelen wordt verstaan". Indien er sprake is van een overgang van onderneming, dient de overnemer in principe de betrokken werknemers over te nemen en de bestaande arbeidsvoorwaarden (enkele uitzonderingen niet te na gesproken) te respecteren.

Het Hof van Cassatie diende op 7 mei 2012 te oordelen over een zaak waarin de inrichtende macht van een hogeschool haar cateringactiviteiten eerst had geoutsourcet. De hogeschool stelde daarbij de nodige ruimten en keukenuitrusting ter beschikking van de cateraar. Na beëindiging van het contract met de cateraar, begon de hogeschool het restaurant in eigen beheer uit te baten en gebruikte ze hiervoor dezelfde lokalen en keukenuitrusting. Een werknemer van de cateraar werd blijkbaar niet overgenomen door de hogeschool, maar ontslagen. De werknemer vorderde een opzeggingsvergoeding. Daarop ontstond discussie over de vraag of er sprake was van een overgang van onderneming.

Het Arbeidshof te Brussel oordeelde dat er geen overgang van onderneming was gebeurd en veroordeelde de cateraar tot betaling van de opzeggingsvergoeding aan de betrokken werknemer. Het Arbeidshof ging er daarbij van uit dat indien een nieuwe cateraar de cateringactiviteiten had voortgezet, de overdracht van de door de hogeschool ter beschikking gestelde ruimten en keukenuitrusting voldoende zou zijn geweest om van een overgang van een economische eenheid te kunnen spreken. Het Arbeidshof stelde echter vast dat er in deze zaak geen "overdracht" van de ter beschikking gestelde ruimte en uitrusting had plaats gevonden. De hogeschool had immers, na de beslissing om de activiteiten te insourcen, het gebruiksrecht van deze ruimte en uitrusting niet langer toegekend. In dat geval was er volgens het Arbeidshof geen overdracht van materiële activa gebeurd. Aangezien er al evenmin een overdracht van personeel was gebeurd, was er volgens het Arbeidshof geen sprake van een "overgang van onderneming".

Het Hof van Cassatie kwam op 7 mei 2012 echter tot een ander besluit. Volgens het Hof van Cassatie kan er wel sprake zijn van een overgang van onderneming wanneer een opdrachtgever een dienstverlening heeft uitbesteed aan een andere onderneming die daarvoor gebruik maakt van essentiële materiële activa, daarna besluit om de dienstverlening voortaan zelf uit te voeren en ze daarbij verder gebruik maakt van de ter beschikking gestelde materiële activa. Bij insourcing kan er dus wel sprake zijn van overgang van onderneming, met de daarbij horende plicht om de betrokken werknemers over te nemen.

dotted_texture