Een tandarts die in zijn particuliere praktijk kosteloos fonogrammen uitzendt, verricht geen "mededeling aan het publiek" iin de zin van het Unierecht. Bijgevolg hebben producenten van fonogrammen op grond van een dergelijke uitzending geen recht op een vergoeding. Een hotelexploitant die fonogrammen doorgeeft in zijn gestenkamers dient de producenten daarenttegen wel een billijke vergoeding te betalen. de Lidstaten kunnen deze hotelexploitanten niet vrijstellen van de verplichting om een dergelijke vergoeding te betalen.
Het Europees Hof van Justitie sprak zich op 15 maart 2012 uit over de vraag of het afspelen van muziek respectievelijk in een hotelkamer enerzijds en een privé tandartspraktijk anderzijds kon beschouwd worden als een “mededeling aan het publiek” waarvoor toestemming van (lees: betaling aan) de rechthebbende nodig was. Het Hof oordeelde dat hoteluitbaters die een radio of televisie voorzien in hun kamers hiervoor auteursrechten moeten betalen. Een tandarts die in zijn praktijk achtergrondmuziek speelt echter niet
De Europese regelgeving inzake auteursrechten en nevenrechten voorziet in exclusieve rechten voor auteurs en makers van audiovisuele werken, waaronder ook de producenten van deze werken. Indien derden audiovisuele werken aan het publiek meedelen, dan moeten zij hiervoor toestemming krijgen van de rechthebbende, of minstens een vergoeding hiervoor betalen. Deze regel geldt voor ‘enigerlei mededeling aan het publiek’. Enkel bij mededelingen in privékring is geen toestemming en/of vergoeding vereist.
Tussen de begrippen ‘publieke mededeling’ en ‘privégebruik’ ligt er uiteraard een grijze zone die tot controverse kan zorgen, zoals bijvoorbeeld in het geval van muziekuitzendingen in een hotelkamer of bij de tandarts.
Zo heeft Ierland hoteluitbaters een uitzondering toegekend, terwijl in Italië de Italiaanse beheersvennootschap SCF het niet eens geraakte met de Orde van Tandartsen over het al dan niet betalen van een vergoeding voor het afspelen van muziek in de tandartspraktijk.
De legitimiteit van deze beide zaken werden uiteindelijk voorgelegd aan het Europees Hof van Justitie. Het Hof besliste dat elke situatie in concreto moet beoordeeld worden en aan bepaalde criteria moet getoetst worden. Criteria waarmee rekening moet gehouden worden zijn bijvoorbeeld de rol van de gebruiker (in casu de tandarts of de hoteluitbater), i.e. grijpt de gebruiker zelf in om zijn klanten toegang te geven tot de uitzending? Gaat het om een groot publiek en valt dit publiek precies te tellen? Is er sprake van een winstoogmerk door middel van de mededeling aan het publiek?
Rekening houdend met deze criteria oordeelde het Hof dat er voor de tandartsen een uitzondering kon gemaakt worden. Anders dan hotelgasten zullen tandartspatiënten immers buiten hun wil om de muziek te horen krijgen. Bovendien is in het kader van een tandartspraktijk het publiek vrij beperkt, zelfs onbeduidend, en heeft de uitzending geen enkel winstoogmerk. De patiënten van een tandarts gaan immers uitsluitend voor tandverzorging naar een tandartspraktijk en daarbij is de uitzending van muziek geen aan tandverzorging inherent aspect.
Rekening houdend met al deze aspecten, was het Hof van oordeel dat tandartsen dus geen vergoeding moeten betalen.
Deze uitzondering geldt echter niet voor hotelexploitanten. Het hotelpubliek is immers in tegenstelling tot een tandartsbezoeker ‘op één of andere manier ontvankelijk’ voor de mededeling en pikt deze niet toevallig op. De hotelexploitant heeft daarenboven, in tegenstelling tot de tandarts, ook een winstoogmerk met het doorgeven van muziek in hotelkamers.
Bijgevolg is de hotelexploitant dus wel een billijke vergoeding verschuldigd.
Deze uitspraken binden meteen alle auteursrechtenverenigingen in de EU, dus ook bijvoorbeeld het Belgische SABAM.
Wat de Belgische situatie betreft, dient opgemerkt te worden dat SABAM momenteel wel reeds auteursrechten heft op hoteluitbaters, doch niet voor achtergrondmuziek in tandartspraktijken. Omtrent de recente hetse rond het betalen van rechten aan SABAM voor voorleesuurtjes in bibliotheken geven voormelde twee zaken echter geen uitsluitsel. Misschien een nieuwe toekomstige zaak om voor te leggen aan het Europese Hof van Justitie…