15/03/12

Tegemoetkoming voor antibiotica en antimycotica

De crisis bespaart onze sociale zekerheid niet. De wet van 17 februari 2012 houdende diverse dringende bepalingen inzake gezondheid vormt er een nieuw voorbeeld van. Op te merken valt, deze keer, dat de voorziene overheidsmaatregel niet alleen in een besparing voorziet, doch hiervoor eveneens een niet te onderschatten wijziging brengt aan de wetgeving inzake Volksgezondheid.

De wetgever voorziet nu immers dat, voor acute behandelingen met antibiotica en antimycotica, de apotheker de door de arts voorgeschreven farmaceutische specialiteit mag substitueren door een ander geneesmiddel met eenzelfde werkzaam bestanddeel of combinatie van actieve bestanddelen, eenzelfde sterkte, eenzelfde toedieningsweg en eenzelfde toedieningsfrequentie, op voorwaarde dat de prijs lager is en de voorschrijver hier geen therapeutisch bezwaar tegen heeft aangetekend. De redenen voor het therapeutisch bezwaar moeten worden vermeld in het patiëntendossier.

Om een besparingsmaatregel te kunnen verantwoorden (per se een verlaging van de tegemoetkoming voor antibiotica en antimycotica), heeft de wetgever het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen moeten aanpassen en de specifieke bevoegdheden van de apotheker moeten uitbreiden.

Deze nieuwe bepaling is in werking getreden op 1 maart. De artsen die vanaf heden een welbepaalde antibiotica of antimycotica willen voorschrijven zullen hiermee rekening moeten houden in de manier waarop zij hun voorschrift en hun patiëntendossier invullen.

dotted_texture