Het nieuw Koninklijk Besluit wijdt een hele sectie aan de varianten, opties en percelen
Voortaan bestaan er drie verschillende soorten varianten:
- de verplichte variante,
- de facultatieve variante, en
- de vrije variante.
Het KB verduidelijkt dat de verplichte of facultatieve varianten bij alle gunningsprocedures kunnen worden aangewend terwijl de vrije varianten niet toegestaan zijn bij aanbestedingen. Bij verplichte varianten moet de inschrijver bijvoorbeeld een offerte indienen zowel voor de basisofferte als voor elke verplichte variante, op straffe van volledige onregelmatigheid van zijn offerte. Bij facultatieve varianten kan de inschrijver voortaan een offerte indienen voor één of meerdere varianten en is hij niet langer verplicht een offerte in te dienen voor een basisoplossing. De aanbestedende overheid kan evenwel één bepaalde facultatieve variante als basisoplossing aanduiden en verplichten daarvoor een offerte in te dienen. De afwezigheid van een facultatieve variante leidt dus niet noodzakelijk tot de onregelmatigheid van de basisofferte. Deze nieuwe bepalingen bieden meer soepelheid en zijn bedoeld om de mededinging te bevorderen.
De opties worden uitdrukkelijk voorzien. Er bestaan twee soorten opties :
- de verplichte optie : in dit geval omschrijft de aanbestedende overheid in de opdrachtdocumenten het voorwerp, de aard en de draagwijdte van de optie en zijn de inschrijvers verplicht om voor deze optie een bod te doen;
- de vrije optie : deze kan vrijelijk door de inschrijvers worden ingediend.
Het bod voor de opties wordt in een afzonderlijk gedeelte van de offerte vermeld. Bij aanbesteding mogen de inschrijvers aan de vrije opties geen meerprijs of een andere tegenprestatie verbinden. Dit verschil met de vrije variante, die in het kader van de aanbesteding zoals eerder vermeld niet is toegestaan, is gerechtvaardigd omdat de optie enkel betrekking heeft op een bijkomend element. De aanbestedende overheid is nooit verplicht om een optie te bestellen, noch bij de sluiting, noch tijdens de uitvoering van de opdracht.
Het KB voorziet ook in een bepaling betreffende de opdrachten in percelen. Volgens het eerste lid van deze bepaling moeten de opdrachtdocumenten de aard en het voorwerp van de percelen, de verdeling en de kenmerken ervan bepalen. Deze verduidelijking moet de inschrijvers de mogelijkheid
bieden om, met kennis van zaken, één of meer percelen te kiezen waarvoor ze een offerte wensen in te dienen. Volgens het tweede lid van de bepaling mag de gunningswijze verschillend zijn per perceel. De term « gunningswijzen » verwijst naar de keuze tussen de aanbesteding, de offerteaanvraag, de onderhandelingsprocedure en de concurrentiedialoog.