De Belgische wetgever heeft op 6 maart 2020 een wet tot invoering van tijdelijke crisismaatregelen voor werkgevers in moeilijkheden als gevolg van de brexit goedgekeurd. Deze wet ging enkel in werking treden als er geen Brexit akkoord was. Alhoewel er een Brexit akkoord is, zal deze wet toch in werking treden. De maatregelen in deze wet zullen gelden van 22 maart 2021 tot 21 maart 2022
Op 1 januari 2021 was de Brexit een feit.
De wet van 6 maart 2020 voorziet in tijdelijke maatregelen ter ondersteuning van werkgevers in economische moeilijkheden als gevolg van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie.
Wie?
De wet van 6 maart 2020 is van toepassing op werkgevers die in economische moeilijkheden verkeren als gevolg van de brexit.
Meer bepaald betreft het de werkgever die door de minister van Werk wordt erkend als werkgever getroffen door een daling van minstens 5 % van zijn omzet, productie of aantal bestellingen als gevolg van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie.
Hoe?
De werkgever in moeilijkheden kan de tijdelijke crisismaatregelen echter enkel genieten als hij gebonden is door een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het bevoegd paritair comité of, bij ontstentenis van een dergelijke cao:
voor ondernemingen met een vakbondsafvaardiging:
- een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op ondernemingsvlak of;
- een aanvraag tot erkenning als werkgever in moeilijkheden die door de minister van Werk is goedgekeurd (bij ontstentenis van een ondernemings-cao gesloten binnen twee weken na het begin van de onderhandelingen).
voor ondernemingen zonder vakbondsafvaardiging:
- een aanvraag tot erkenning als werkgever in moeilijkheden die door de minister van Werk is goedgekeurd of;
- of een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op ondernemingsvlak.
Wat?
Het doel is ondernemingen de mogelijkheid bieden om de tewerkstelling te behouden door hun activiteit weer op gang te brengen. Hiertoe kunnen de ondernemingen gebruikmaken van tijdelijke werkloosheid alsook van individuele en collectieve vermindering van de arbeidstijd.
Tijdelijke werkloosheid
In dit kader kan de uitvoering van de arbeidsovereenkomst volledig of gedeeltelijk worden geschorst. Voor elke dag waarop de werknemer niet heeft gewerkt, betaalt de werkgever een aanvulling op de werkloosheidsuitkeringen waarvan het maximumbedrag op 5,63 euro is vastgesteld. De betaling van deze aanvulling kan ten laste van het Fonds voor Bestaanszekerheid worden gelegd via een door de Koning algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst.
Individuele vermindering van de arbeidstijd
Op voorstel van de werkgever kan een voltijdse werknemer zijn arbeidsprestaties met 1/5 of tot een halftijdse betrekking verminderen voor een periode die niet korter mag zijn dan één maand en zes maanden niet mag overschrijden. Het akkoord van de partijen moet schriftelijk worden vastgesteld volgens dezelfde regels als voor deeltijdse arbeidsovereenkomsten.
De werknemer die zijn arbeidstijd aldus vermindert, geniet een uitkering zoals een werknemer in tijdskrediet.
Collectieve vermindering van de arbeidstijd
De werkgever kan de arbeidsduur in de onderneming tijdelijk met 1/4 of 1/5 verminderen. Deze aanpassing moet noodzakelijk worden vastgelegd in een ondernemings-cao of, als er geen vakbondsafvaardiging is, via een wijziging van het arbeidsreglement.
Wanneer?
Het gaat om tijdelijke maatregelen. Het idee is ondernemingen toe te laten zich aan de eerste gevolgen van de brexit aan te passen.
Een KB van 31 januari 2021 bepaalt nu dat deze maatregelen gelden van 22 maart 2021 tot en met 21 maart 2022.
Bronnen
Wet van 6 maart 2020 tot behoud van tewerkstelling na de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie, BS, 25 maart 2020.
Koninklijk besluit van 22 december 2020 tot vaststelling van de datum van inwerktreding van diverse wetten betreffende de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie, BS, 29 december 2020.
Wet van 20 december 2020 tot wijziging van diverse wetten betreffende de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie, BS, 29 december 2020.
Koninklijk besluit van 31 januari 2021 tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding en buitenwerkingtreding van de titels 1 en 2 van de wet van 6 maart 2020 tot behoud van tewerkstelling na de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie, BS, 15 februari 2021