Op initiatief van Vlaams Minister Muyters is het besluit van de Vlaamse Regering tot opheffing van het KB van 21 december 1974 aangenomen en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 23 november 2018. Het afgeschafte KB van 21 december 1974 legde de beroepskwalificaties van 11 gereglementeerde beroepen vast. De 11 betrokken gereglementeerde beroepen zijn: installateur-frigorist; ruwbouwactiviteiten; stukadoor-, cementeer- en dekvloeractiviteiten; tegel-, marmer- en natuursteenactiviteiten; dakwerkers- en waterdichtingsactiviteiten; plaatsen/herstellen van schrijnwerk – glazenmaker; algemeen schrijnwerk; eindafwerkingsactiviteiten; installatieactiviteiten voor centrale verwarming, klimaatregeling, gas en sanitair; elektrotechnische activiteiten en algemene aannemingsactiviteiten.
Het besluit van de Vlaamse Regering tot opheffing van het KB van 21 december 1974 is een omzetting van de richtlijn 2013/55/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 november 2013 (tot wijziging van richtlijn 2005/36/EG betreffende de erkenning van beroepskwalificaties en Verordening (EU) nr. 1024/2012 betreffende de administratieve samenwerking via het Informatiesysteem interne markt). Deze laatste heeft als doel om plaatselijke beroepskwalificaties af te schaffen in het kader van de vrije toegang tot de markt.
De Sociaal-economische Raad van Vlaanderen heeft in haar advies van 3 september 2018 vermeld dat de voormalige verplichting tot het voorleggen van een basiskennis bedrijfsbeheer een relevant doel beoogde: het verminderen van het aantal faillissementen en het garanderen van voldoende ondernemerscapaciteiten. Opvallend is dat de Raad van State geen advies heeft uitgebracht.
Er is veel weerstand tegen het opheffen van de beroepskwalificaties vanuit de bouwsector zelf. Volgens de Confederatie Bouw is het doel van de vestigingsregelgeving tweeledig:
- Het zou de consument beschermen tegen personen die zonder enige kennis van zaken en vakmanschap de beroepen zouden uitoefenen.
- Daarenboven zouden de kwalificaties de ondernemers meer kans op succes geven aangezien zij de nodige deskundigheid hebben voor het beheren van een vennootschap.
De Confederatie Bouw stelt dat het aantal faillissementen zal toenemen. Er zijn geen vervangende labels, certificaten of toelatingen binnen de sector voorzien.
Vanuit juridisch oogpunt lijkt er een scheeftrekking te zijn. De tienjarige aansprakelijkheid in hoofde van aannemers voor structurele gebreken is van openbare orde, terwijl degenen die deze aansprakelijkheid dragen mogelijks niet de nodige skills hebben om de werken correct uit te voeren. De tienjarige aansprakelijkheid legt aldus een zware verantwoordelijkheid op mensen die geen enkele kwalificatie nodig hebben. Bovendien werd de bouwheer onder de oude regeling beschermd door absolute nietigheid van de betrokken overeenkomst, indien de overeenkomst gesloten werd met een aannemer die niet beschikte over de nodige beroepskwalificaties. Deze bescherming valt uiteraard weg door de afschaffing van vereiste beroepskwalificaties.
Er zijn vooralsnog geen initiatieven tot afschaffing van beroepskwalificaties in Wallonië en Brussel. Dit maakt volgens verschillende organisaties in de vastgoedsector oneerlijke concurrentie uit.
De opheffing van beroepskwalificaties in Vlaanderen is een feit vanaf 1 januari 2019.