23/11/18

In- en uittreding van aandeelhouders: nieuwe mogelijkheden

Instappen als aandeelhouder in een vennootschap is een eenvoudige zaak. Uitstappen als aandeelhouder uit een vennootschap is vaak een ander paar mouwen en leidt vaak tot geschillen. Het nieuwe vennootschapsrecht voorziet in nieuwe mogelijkheden.

Een vennootschap is zoals een huwelijk. Je begint eraan met de beste intenties en het kan een fantastisch verhaal worden. Maar als het misloopt, kun je er niet zomaar uitstappen en kunnen de gevolgen pijnlijk zijn.

Net zoals het huwelijk, worden de meeste vennootschappen aangegaan voor het leven (juridisch: voor onbepaalde duur). Zonder goede regeling in de statuten of een aandeelhoudersovereenkomst zitten vele vennoten ‘gevangen’ in hun vennootschap. Door overdrachtsbeperkingen kunnen ze hun aandelen soms niet overdragen en, behoudens akkoord van de andere vennoten, kunnen ze ook niet beslissen de vennootschap stop te zetten. Vaak hebben ze een behoorlijk kapitaal opgebouwd in de vennootschap, maar kunnen ze dit niet verzilveren.

Op vandaag dient vaak een beroep gedaan op de geschillenregeling van het Wetboek van Vennootschappen om aan dergelijke situatie te verhelpen. Deze regeling laat toe om een uittredingsvordering te stellen. Als deze vordering slaagt, worden de andere aandeelhouders door de rechter verplicht om de aandelen over te kopen van de vennoot die daarom gevraagd heeft. Omgekeerd is ook een uitsluitingsvordering mogelijk. In dat geval kan een aandeelhouder verplicht worden zijn aandelen te verkopen aan de vennoten die daarom hebben gevraagd.

Maar aan de huidige wettelijke geschillenregeling zijn diverse nadelen verbonden. Vooreerst dient de beslissing door de rechter afgedwongen via een procedure. Dit vereist niet alleen tijd en kosten, maar houdt ook altijd onzekerheid omtrent het resultaat in. Het welslagen van de vordering vereist daarenboven ook een zogenaamde gegronde reden, wat de aandeelhouders veelal noodzaakt verwijten te maken t.a.v. elkaar. Vanzelfsprekend heeft procedure tenslotte tussen de vennoten vaak een negatieve weerslag op de werking en de resultaten van de vennootschap.

Maar geen nood! Het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen komt eraan.
Het laatste dat men kan stellen van minister Geens is dat hij stil zou zitten. De lawine aan nieuwe wetgeving die op ons afkomt, is indrukwekkend en daarvan maakt een grondige hervorming van ons vennootschapsrecht deel uit.
En het moet gezegd, het vennootschapsrecht verandert niet alleen, het verbetert ook.
Vanaf de inwerkingtreding van het nieuwe Wetboek van vennootschappen en verenigingen, in principe voorzien begin 2019, zal België over een veel moderner vennootschapsrecht beschikken dat beter tegemoet komt aan de noden van de ondernemers.

Welke veranderingen kunnen we signaleren m.b.t. de in- en uittreding van aandeelhouders?

Vooreerst komen er een aantal verbeteringen aan de huidige geschillenregeling. We lichten er twee uit:

  • De huidige regeling kenmerkt zich door onzekerheid omtrent het tijdstip waarop de waarde van de over te dragen aandelen dient te worden bepaald (de zogenaamde peildatum). In de rechtspraak werd de visie gehanteerd dat de waarde van de aandelen in beginsel zou moeten worden geraamd op het tijdstip waarop de rechter de overdracht ervan beveelt. De rechter mocht evenwel een andere peildatum in aanmerking nemen zodat de gedragingen of de omstandigheden, die hebben geleid tot het instellen van de geschillenregeling en een invloed hebben gehad op de waarde van de aandelen, buiten beschouwing gelaten kunnen worden.
    Deze visie wordt nu in het nieuwe WVV expliciet bevestigd door te voorzien dat de rechter over een ruimere beoordelingsbevoegdheid beschikt. De rechter zal de waardering van de aandelen kunnen wijzigen, indien de waardering op het ogenblik dat de overdracht wordt bevolen tot een kennelijk onredelijk resultaat leidt.
  • De huidige regeling kenmerkt zich tevens door de noodzaak om diverse parallelle procedures te voeren. De rechter die uitspraak doet over de uittredings- of uitsluitingsvordering mag immers alleen maar daarover oordelen. Hij is bijvoorbeeld niet bevoegd om te oordelen over de vraag of de andere aandeelhouders door bewuste maatregelen de waarde van de aandelen hebben uitgehold. De aandeelhouder die daardoor benadeeld wordt, dient zijn vordering tot schadevergoeding voor een andere rechter te stellen.

    In de nieuwe regeling zal de bevoegde rechter zich kunnen uitspreken over alle samenhangende vorderingen die betrekking hebben op de financiële betrekkingen tussen de partijen bij de geschillenprocedure of de met haar verbonden vennootschappen. Ook over niet-concurrentiebedingen zal de rechter zich mogen uitspreken. Hierdoor kan een deel van de overnameprijs afhankelijk gesteld worden van de al dan niet aanvaarding van dergelijk beding.

    De nieuwe regeling zal dus tot gevolg hebben dat minder procedures dienen te worden gevoerd en dat de diverse geschilpunten tussen de betrokken aandeelhouders meteen in één procedure door dezelfde rechter kunnen worden beslecht.

Maar er is meer. Het nieuwe vennootschapsrecht creëert een bijkomende mogelijkheid om de in- en uittreding van aandeelhouders te regelen, m.n. de uittreding en uitsluiting ten laste van het vennootschapsvermogen.

Dit betreft een concept dat op vandaag al bestaat voor de coöperatieve vennootschappen, maar dat nu ook wordt ingevoerd voor de nieuwe BV (oude BVBA). De nieuwe wet voorziet dat de BV in haar statuten kan voorzien in de mogelijkheid van in- en uittreding van vennoten ten laste van het vennootschapsvermogen.

Indien gebruik wordt gemaakt van deze mogelijkheid, zal een vennoot dus kunnen uittreden zonder dat een procedure dient gevoerd en zonder dat zijn aandelen dienen overgekocht te worden door de andere vennoten. De uittredende aandeelhouder krijgt immers recht op een scheidingsaandeel (dat maximaal gelijk is aan de nettoactiefwaarde van de aandelen volgens de laatst goedgekeurde jaarrekening) dat betaalt wordt vanuit het vennootschapsvermogen.

Uiteraard moet het vennootschapsvermogen wel volstaan om deze uitkering te doen. Om deze reden zal een balanstest en liquiditeitstest dienen te worden doorgevoerd. Indien de vennootschap over onvoldoende voor uitkering vatbaar vermogen zou beschikken ter uitbetaling van het scheidingsaandeel, wordt het recht tot uitkering opgeschort totdat uitkeringen opnieuw zijn toegelaten. De overgekochte aandelen worden daarna vernietigd door de vennootschap, zodat een statutenwijziging bij notariële akte vereist zal zijn.

Een gelijkaardige regeling is ook mogelijk voor de uitsluiting van een vennoot, waarbij deze laatste aldus zal verplicht worden zijn aandelen te verkopen aan de vennootschap tegen betaling van een scheidingsaandeel.

Een nadeel bij deze wettelijk voorziene uitstapregeling is wel dat de nettoactiefwaarde van de aandelen de bovengrens is, zodat geen rekening zal worden gehouden met de eventuele rendementswaarde bij de overname van de aandelen. In sterk winstgevende vennootschappen met een laag eigen vermogen zal deze uitstapmogelijkheid vaak weinig billijk zijn. In dergelijk geval zullen andere conventionele exitmechanismen in een aandeelhoudersovereenkomst mogelijk tot een beter (meer gewenst) resultaat kunnen leiden voor de betrokken aandeelhouder.

Besluit: er komen verbeteringen aan, maar als ondernemer moet u wel wakker genoeg zijn om er zelf en op tijd gebruik van te maken.

Onze ervaring leert dat bij aanvang van de vennootschap geen of te weinig aandacht wordt besteed aan de exit mogelijkheden voor vennoten. Met vaak pijnlijke gevolgen.

dotted_texture