31/01/11

The practical consequences of an annulment under the Belgian Statute of 19 December 2005 are problematic

Wanneer een franchiseovereenkomst afgesloten wordt zonder dat de franchisegever kan bewijzen dat een Precontractueel Informatie Document werd afgegeven, één maand voor de ondertekening van de franchiseovereenkomst, is deze nietig. Mondelinge toelichtingen van een boekhouder beantwoorden niet aan de vereisten van art. 3 en 4 van de wet. De nietigheid van het contract wordt niet gedekt door de uitvoering van de overeenkomst door de franchisenemer. Afstand van het inroepen van  nietigheid door de franchisenemer moet met kennis van zaken worden gedaan. De zware gevolgen van deze nietigheid worden echter gemilderd door ze niet tot in haar uiterste consequenties door te trekken

In een vonnis dd. 3 december 2010 heeft de Rechtbank van Koophandel te Hasselt een franchiseovereenkomst voor een kapsalon nietig verklaard op basis van de vaststelling dat de franchisegever niet kon aantonen dat een Precontractueel Informatie Document werd afgeleverd.

Ten eerste stelde de rechtbank dat de wet van 19 dcember 2005 op de precontractuele informatie niet enkel van toepassing is op overeenkomsten gesloten tussen twee personen, maar ook op overeenkomsten tussen drie personen. De zinsnede ‘gesloten tussen twee partijen’ uit de wet, betekent dat er minstens twee partijen moeten zijn.

De rechtbank bevestigt verder de formele vereiste dat het Precontractueel Informatie Document een geschreven tekst moet zijn.

Tenslotte stelt de rechtbank dat de nietigheid niet gedekt wordt door de loutere uitvoering van de overeenkomst door de franchisenemer gedurende meer dan een jaar. De wet voorziet immers een termijn van twee jaar voor het inroepen van de nietigheid. De nietigheid van een overeenkomst wordt maar gedekt door een vrijwillige uitvoering van die overeenkomst met volledige kennis van zaken. Dit veronderstelt volgens de rechtbank dat er voldoende kennis is over de rentabiliteit van de uitbating. Bovendien kon, volgens de Rechtbank van Koophandel, de franchisenemer in dit geval maar kennis van zaken hebben na contactname met zijn raadsman. Pas op dat moment was volgens de rechtbank duidelijk dat er sprake was van een schending van de Wet Precontractuele Informatie

Daarnaast toont dit vonnis opnieuw aan dat de gevolgen van deze nietigheid niet zo eenvoudig te bepalen zijn en dat de rechtbanken de nietigheidssanctie vaak al te zwaar vinden. De Rechtbank van Koophandel te Hasselt herhaalt duidelijk dat een nietigheid veronderstelt dat de partijen dienen te worden teruggeplaatst in de situatie alsof er nooit een overeenkomst werd gesloten. Nochtans grijpt de rechtbank het proporationaliteitsbeginsel aan om de sanctie zo veel als mogelijk in verhouding te brengen met het doel van de wet.

Nu vaststaat dat, indien de wet was nageleefd, de franchisenemer niet, of niet onder dezelfde voorwaarden zou gecontracteerd hebben, moet de nietigheidssanctie het “avontuur” financieel zo veel mogelijk neutraal afwikkelen. Dit houdt ook in dat de nietigheid er niet voor kan zorgen dat de franchisenemer zich verrijkt.

- De som betaald voor de aankoop van de handelszaak die accessoir gebeurde met de franchiseovereenkomst dient te worden terugbetaald. Nochtans wordt een (zeer klein) bedrag in rekening gebracht voor het tijdelijk gebruik van de handelszaak, nu de uitbating de franchisenemer ook een winst heeft opgeleverd. De waardevermindering op de inrichting van de handelszaak kan wellicht in principe ook in rekening gebracht worden.

- Aankopen die specifiek in uitvoering van de franchiseovereenkomst werden gedaan kunnen worden teruggevorderd.

- De kosten voor de oprichting van de vennootschap in functie van de franchiseovereenkomst kunnen worden teruggevorderd.

- Kosten betaald voor effectief van de franchisegever ontvangen prestaties kunnen niet worden teruggevorderd, nu deze de franchisenemer in staat hebben gesteld een omzet te realiseren.

- De voorgaande overweging geldt echter niet voor de forfaitaire instapfee, die dus wel kan teruggevorderd worden.

- Ook weigert de rechtbank een schadevergoeding toe te kennen aan de franchisenemer voor de mislopen winst van de franchisenemer op basis van door de franchisegever meegedeelde

Dit vonnis toont opnieuw aan dat de toepassing van de nietigheidssanctie de rechtbanken voor problemen stelt. Enerzijds kunnen ze niet anders dan de nietigheid van de overeenkomst vaststellen op basis van het niet respecteren van de Wet op de Precontractuele Informatie, anderzijds wijst de Rechtbank van Koophandel te Hasselt hen hier toch ook op hun eigen verantwoordelijkheid als zelfstandig handelaar. De zware sanctie van de nietigheid wordt dus gemilderd door de gevolgen van deze nietigheid niet consequent door te trekken.

dotted_texture