06/12/16

Regering stelt nieuwe aftrek innovatieinkomsten voor

Op de ministerraad van 2 december 2016 bereikten de regeringspartijen een akkoord over een nieuwe aftrek voor innovatie inkomsten. Deze nieuwe aftrek houdt rekening met de richtlijnen van de OESO en is erop gericht een aantrekkelijk fiscaal klimaat te creëren voor onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten. De nieuwe aftrek laat bedrijven met een werkelijke R&D activiteit toe om tot 85% van de netto inkomsten uit sommige intellectuele rechten vrij te stellen van belastingen. De maatregel ondersteunt zowel voor innoverende KMOs als grote ondernemingen. Hierna geven we een overzicht van de belangrijkste kenmerken.

Uitgebreid toepassingsgebied: ook kwekersrechten en innoverende software
De nieuwe aftrek is van toepassing op inkomsten uit de volgende intellectuele rechten

  • Octrooien of aanvullende beschermingscertificaten

  • Kwekersrechten aangevraagd na 1 juli 2016 of verworven na 30 juni 2016

  • Weesgeneesmiddelen (beperkt tot de eerste 10 jaar na inschrijving in het Europees Register) aangevraagd na 1 juli 2016 of verworven na 30 juni 2016

  • Data- of marktexclusiviteiten voor gewasbeschermingsmiddelen, geneesmiddelen, diergeneesmiddelen of weesgeneesmiddelen

  • Auteursrechtelijk beschermde software, op voorwaarde dat deze voortvloeit uit een aan de POD Wetenschapsbeleid voorgelegd ontwikkelingsproject of programma.

De vennootschap dient volle eigenaar, mede-eigenaar, vruchtgebruiker, licentiehouder of  rechtenhouder te zijn.
Het toepassingsgebied van de nieuwe aftrek is daarmee aanzienlijk verruimd.

Inkomsten uit intellectuele rechten
Zoals het geval was voor de aftrek octrooi inkomsten, is de nieuwe regeling van toepassing op ontvangen licentievergoedingen of op royalties die een ondernemer zou moeten betalen aan een derde voor het gebruik van de beschermde technologie (“inbegrepen royalties”).

Nieuw is dat de regeling nu ook van toepassing is op inkomsten voor procesoctrooien, ontvangen schadevergoedingen en op gerealiseerde meerwaarden bij verkoop van de intellectuele rechten. Voor de meerwaarden gelden wel bijzondere voorwaarden:

  • Het intellectueel recht moet tot stand gebracht zijn ten laatste in het vorig belastbaar tijdperk of ten laatste in de afgelopen 24 maanden zijn aangeschaft;

  • De aftrek geldt enkel indien de gerealiseerde meerwaarde binnen de 5 jaar (of uiterlijk bij stopzetting van de beroepswerkzaamheid) wordt wederbelegd in onderzoek voor andere intellectuele eigendomsrechten


Berekening op netto inkomsten
In tegenstelling tot de aftrek octrooi inkomsten (die berekend werd op de bruto inkomsten uit octrooien), is de nieuwe aftrek enkel van toepassing op de netto inkomsten. Deze worden per aanslagjaar en per intellectueel eigendomsrecht berekend als volgt:

  • De bruto inkomsten bestaan uit de in de Belgische belastbare basis begrepen inkomsten uit intellectuele rechten. We verwijzen naar vorige paragrafen voor een overzicht van de in aanmerking komende rechten en inkomsten

  • De bruto inkomsten worden dan verminderd met de volgende bedragen:

    > Uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling die rechtstreeks betrekking hebben op de in aanmerking komende intellectuele rechten. Er wordt verduidelijkt dat kosten met betrekking tot terreinen en gebouwen of andere uitgaven die niet rechtstreeks betrekking hebben op het intellectueel eigendomsrecht niet dienen te worden afgetrokken
    > Kosten voor verwerving van intellectuele eigendomsrechten
    > Kosten voor onderzoek & ontwikkeling uitgevoerd door verbonden of niet-verbonden ondernemingen

Het zal in de praktijk vaak voorkomen (bv tijdens de eerste jaren na lancering van een nieuw product) dat de uitgaven voor onderzoek & ontwikkeling hoger zijn dan de opbrengsten. In dat geval moet het negatieve saldo worden toegerekend op de inkomsten van het volgende aanslagjaar. De wettekst laat ook toe dat de onderzoekskost lineair wordt gespreid over maximaal zeven aanslagjaren. Er is dan een bijzondere regeling van toepassing indien de rechten tijdens deze spreidingsperiode worden vervreemd of indien tijdens deze periode de aftrek niet meer wordt toegepast.

Beperking tot “kwalificerende” inkomsten voor eigen R&D
De nieuwe aftrek is van toepassing in de mate dat het intellectuele eigendomsrecht voortvloeit uit onderzoeksinspanningen die door de belastingplichtige zelf werden gedaan. Ook onderzoekswerk verricht door niet-verbonden ondernemingen (b.v. universiteiten, onafhankelijke studiebureaus…) komen in aanmerking. Het aankopen van intellectuele rechten of het uitbesteden van onderzoekswerk aan verbonden ondernemingen leidt daarentegen tot een vermindering van de kwalificerende inkomsten.

In navolging van de aanbevelingen in het kader van het BEPS-actieplan van de OESO, volgt het wetsvoorstel de zogenaamde “modified nexus approach”. De kwalificerende inkomsten worden berekend door de netto inkomsten te vermenigvuldigen met een breuk als volgt:
 

(  A  +   B  )    *      1.3
 A   +   B    +    C    +   D

A is daarbij gelijk aan de directe kosten voor onderzoek & ontwikkeling die door de onderneming zelf gemaakt zijn. B is dan gelijk aan de ontwikkelingskosten gedaan door niet-verbonden ondernemingen (of door verbonden ondernemingen zonder marge doorgerekende kosten van derden). C is het bedrag van de onderzoekskosten gedaan door verbonden ondernemingen. D is het bedrag van kosten voor verwerving van intellectuele rechten.

Deze breuk heeft dus tot gevolg dat bedrijven die zelf alle onderzoek doen ook maximaal van de aftrek kunnen genieten. Naarmate er meer kosten gemaakt worden voor onderzoek door verbonden ondernemingen of voor verwerving van rechten zal de aftrek dalen.

De breuk kan nooit groter zijn dan 1.Ondernemingen die belangrijke inspanningen doen voor onderzoek en ontwikkeling, maar omwille van uitzonderlijke omstandigheden toch een lage breuk hebben, kunnen een afwijking vragen via de rulingcommissie. Vermits rulings in deze dienen te worden medegedeeld aan de Europese Commissie en de andere lidstaten, verwachten wij dat de rulingdienst hier zeer restrictief mee zal omgaan.

Aftrek van 85% die overdraagbaar is
De kwalificerende inkomsten kunnen dan ten belope van 85% worden afgetrokken van de belastbare basis. Dit percentage kan door de regering worden aangepast bij een in Ministerraad overlegd besluit. Naar verluidt zou het de bedoeling zijn om het percentage in de toekomst nog te verhogen.

De niet-gebruikte aftrek voor innovatie inkomsten kan worden overgedragen naar volgende aanslagjaren.

Toepassing hangende de aanvraag
Nieuw is ook dat de aftrek voor innovatie inkomsten reeds kan worden toegepast terwijl het intellectuele eigendomsrecht nog in aanvraag is. Dit gebeurt door een tijdelijke vrijgestelde reserve aan te leggen ten belope van de aftrek waar het bedrijf recht zou op hebben indien het recht zou zijn toegekend.

De aangelegde reserve wordt dan definitief vrijgesteld indien het intellectueel eigendomsrecht wordt verleend. Indien het recht niet wordt verleend en de aanvraag niet langer hangende is, zal de aangelegde vrijgestelde reserve belastbaar worden.

Bijzondere documentatieverplichting
Om van de nieuwe aftrek te genieten, zullen belastingplichtigen een bijzonder formulier bij hun aangifte dienen te voegen. De berekening van de nieuwe aftrek vereist ook dat men alle elementen van staven.

De belastingplichtige dient een documentatiedossier bij te houden. Per intellectueel eigendomsrecht dient dit dossier de stukken te bevatten ter staving van de volgende elementen:

  • Werkelijke waarde van de van een verbonden onderneming verworven intellectuele eigendomsrechten waaruit het recht is ontstaan;

  • Berekening van de bruto inkomsten uit de rechten

  • Berekening van de netto inkomsten

  • De berekening van de breuk voor de kwalificerende inkomsten

Indien het vanuit praktisch oogpunt niet mogelijk is deze berekeningen per intellectueel eigendomsrecht te maken, dan kan de berekening worden gegroepeerd per type product of dienst, of per groep van producten of diensten die voortvloeien uit intellectuele eigendomsrechten.

dotted_texture