Sinds de inwerkingtreding van CAO nr. 109 van 12 februari 2014 betreffende de motivering van het ontslag heeft elke werknemer het recht om de redenen van zijn ontslag te kennen, ofwel op zijn verzoek, ofwel op intitiatief van de werkgever.
In voorkomend geval deelt de werkgever de werknemer per aangetekende brief de elementen mee die hem toelaten om de concrete redenen te kennen die tot zijn ontslag hebben geleid.
De vraag stelt zich of de werkgever, in geval van latere betwistingen, gebonden is aan de redenen die hij aan de werknemer heeft meegedeeld of dat hij daarentegen deze redenen kan staven, aanpassen, of zelfs nieuwe redenen inroepen?
CAO nr. 109 regelt deze aangelegenheid niet.
De rechtsleer lijkt verdeeld. Volgens sommige auteurs verhindert CAO nr. 109 de werkgever niet om in de loop van de procedure andere redenen aan te halen dan die initieel meegedeeld aan de werknemer, terwijl andere auteurs het tegendeel stellen verwijzend naar de dwingende termijn binnen de welke de werkgever de redenen van het ontslag moet meedelen aan de werknemer en naar de bedoeling van de CAO.
De Arbeidsrechtbank van Antwerpen behandelde recent een dergelijk geschil en oordeelde dat de werkgever vrij is om in de loop van de procedure nieuwe feiten aan te halen die verschillen van de feiten die aan de werknemer werden meegedeeld, voorzover hij hun bestaan kan bewijzen.
De vraag is of deze rechtspraak zal worden bijgetreden. In afwachting is voorzichtigheid geboden en is men best voldoende precies en volledig in de motivering, om onnodige risico's zoals het uiteenlopen van motieven te vermijden.
Bertrand Simonart, Associate (bertrand.simonart@cms-db.com)
