14/01/16

Is arbeidsongeschiktheid een voldoende motivering voor ontslag?

Het Hof van Cassatie heeft op 14 december 2015 een arrest geveld in verband met de ontslagmotivering van een arbeider die regelmatig arbeidsongeschikt was en hierdoor niet meer geschikt was om zijn functie uit te oefenen.

Hoewel het arrest gebaseerd is op artikel 63 (recent weggelaten) van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, blijft deze beslissing interessant in de context van CAO nr. 109, die dezelfde criteria hanteert als de oude bepaling voor wat betreft de bepaling van het « kennelijk onredelijk » karakter van een ontslag.

1. De feiten

Een werkneemster wordt aangeworven als inpakker, op basis van een arbeidsovereenkomst voor arbeiders van onbepaalde duur. Omwille van veelvuldige, gerechtvaardigde, afwezigheden, beslist de werkgever haar te ontslaan mits betaling van een opzeggingsvergoeding. De werkneemster meent echter dat er sprake is van een willekeurig ontslag en stapt naar de rechtbank.

Zowel in eerste aanleg als in beroep, oordelen de grondrechters dat er sprake is van willekeurig ontslag, ondanks de twee redenen die de werkgever aanbrengt ter ondersteuning van zijn beslissing : de economische noodwendigheden van de onderneming en de ongeschiktheid om te werken van de werkneemster.

2. Economische situatie van de onderneming

Wat betreft de economische situatie van de onderneming, stelden de eerste rechters een daling van de omzetcijfers vast. Toch verwierpen zij dit argument omwille van de polyvalentie van de arbeidster, waardoor de werkgever haar een andere functie kon toegewezen hebben. In beroep, bevestigt het Arbeidshof te Bergen deze beslissing, en stelt zij bovendien vast dat de werkgever zelf de oorzaak is van de productiviteitsdaling door zijn gemaakte keuzes. Hij kon deze reden dus niet inroepen om de ontslagbeslissing te staven.

3. Arbeidsongeschiktheid

Wat betreft de ongeschiktheid van de werkneemster, kunnen de herhaalde of langdurige afwezigheden, ook al zijn ze gerechtvaardigd, leiden tot het besluit dat de werkneemster ongeschikt is om haar functie uit te oefenen. De grondrechters menen echter dat de werkgever moet aantonen dat deze afwezigheden effectief de werkorganisatie hebben verstoord binnen de onderneming. Deze desorganisatie kan bewezen worden aan de hand van feiten: aantal dagen afwezigheid van de werknemer, grootte van de onderneming, polyvalentie van de werknemers van de dienst, bijzonderheid van de te vervullen taken, aanwerving van uitzendkrachten om de afwezigheden van de werknemer op te vangen, enz. In casu, oordeelt het Hof dat de werkgever dit bewijs niet levert.

Misnoegd over de beslissing van het Arbeidshof, dient de werkgever een voorziening in cassatie in.

Het Hof van Cassatie verbreekt deze beslissing omdat er geen wettelijke vereiste is voor de werkgever om, wanneer de werknemer ongeschikt is voor het werk, tevens te bewijzen dat er een verstoring van de werkorganisatie is binnen de onderneming.

De rechter kan niet besluiten dat het ontslag willekeurig is omdat dit ontslag enkel op de ongeschiktheid van de werknemer is gegrond.

Het Hof van Cassatie komt eveneens terug op de vele afwezigheden van de werkneemster die haar geschiktheid om het overeengekomen werk uit te voeren kunnen in vraag stellen.

Het Hof verwerpt de motivering van het Arbeidshof die de ontslagbeslissing van de werkgever, zonder dat een verband kan aangetoond worden met de desorganisatie van de onderneming of de dienst, als willekeurig beschouwde.

Te onthouden van deze beslissing?

De werkgever die zijn ontslagrecht uitoefent handelt niet noodzakelijk op willekeurige wijze, indien geen enkel verband kan aangetoond worden tussen de desorganisatie van de onderneming of de dienst en de ongeschiktheid van de werknemer.

Het enkele feit dat een werknemer arbeidsongeschikt is, kan volgens het Hof van Cassatie volstaan om het ontslag dat om deze redenen werd gegeven niet als willekeurig te beschouwen.

De voorzichtige werkgever zal echter rekening blijven houden met de omstandigheden van de arbeidsongeschiktheid, evenals met de gevolgen hiervan op de werkorganisatie. Enkele recente beslissingen blijven vereisen immers dat de werkgever het bewijs levert dat de arbeidsongeschiktheid tot een verstoring van de werkorganisatie van de onderneming of de dienst geleid heeft, ondanks de positie van het Hof van Cassatie.

dotted_texture