Zelfstandigen kunnen hun woning sinds 2007 onbeslagbaar laten verklaren (wet van 25 april 2007) waardoor de woning beschermd wordt tegen inbeslagname door schuldeisers. Het aantal ondernemers dat daadwerkelijk gebruik maakt van deze regelgeving, is echter beperkt. Één van de redenen blijkt ‘de ongekendheid van de regelgeving' te zijn. Wat houdt de wet dan eigenlijk concreet in?
1. Wie kan zijn privéwoning beschermen? (artikel 72)
De bescherming van de privéwoning is weggelegd voor de zelfstandige ondernemer. Onder een zelfstandige verstaat de wetgever elke natuurlijke persoon die in België een beroepsbezigheid uitoefent in hoofdberoep, in bijgeroep, of een beroepsbezigheid na pensionering, uit hoofde waarvan hij niet door een arbeidsovereenkomst of door een statuut verbonden is. Het gaat aldus om handelaars, ambachtslui, vrije beroepers enzovoort. Vennootschappen komen aldus niet in aanmerking om te genieten van de bescherming. Voor de bepaling van het hoofdberoep wordt rekening gehouden met de cumulatie van afzonderlijke zelfstandige activiteiten die samen het hoofdberoep uitmaken.
2. Wat kan men beschermen? (artikel 73)
Als zelfstandige kan u de zakelijke rechten (andere dan het gebruiksrecht en het recht van bewoning) op het onroerend goed waar uw hoofdverblijfplaats gevestigd is - uw privé-woning - onbeslagbaar verklaren. Aldus dient u niet noodzakelijk over de volle eigendom van de woning te beschikken. Een recht van vruchtgebruik volstaan bijvoorbeeld eveneens.
Het weze opgemerkt dat een zelfstandige zich nooit kan verbinden tot ‘het niet-afleggen' van de verklaring van onbeslagbaarheid. Dergelijke verbintenis is absoluut nietig (artikel 73).
3. Voor welke schulden kan men een verklaring van onbeslagbaarheid afleggen?
De onbeslagbaarheid geldt voor schulden die het gevolg zijn van de zelfstandige activiteit zoals bijvoorbeeld schulden ten aanzien van leveranciers, partners, banken, btw, RSZ enz. Ze biedt geen bescherming tegen privéschulden of schulden van gemengde aard (zie infra).
4. Op welke wijze wordt de verklaring afgelegd? (artikel 74, 76 en 82)
Om van de onbeslagbaarheid te kunnen genieten, dient u een verklaring bij de notaris af te leggen. Deze verklaring bevat de gedetailleerde beschrijving van het onroerend goed en de aanduiding van de eigen, gemeenschappelijke of onverdeelde aard van de zakelijke rechten die u bezit op het onroerend goed.
In geval van onverdeelde zakelijke rechten is de uitwerking van de verklaring beperkt tot het onverdeeld aandeel waarover u beschikt op datum van de akte. Hetzelfde geldt bij opsplitsing in vruchtgebruik en blote eigendom.
Bij latere uitbreiding van de zakelijke rechten op hetzelfde onroerend goed, worden de effecten van de verklaring (‘onbeslagbaarheid') van rechtswege en retroactief uitgebreid tot de nieuw verworven rechten, tenzij de schuldeiser aantoont dat de zelfstandige zijn solvabiliteit opzettelijk heeft verminderd. De notaris kan de verklaring enkel verlijden met de instemming van de echtgenoot van de zelfstandige. Indien de echtgenoot zonder gewichtige redenen weigert dergelijke instemming te verlenen, kan een procedure voor de rechtbank van eerste aanleg een oplossing bieden (artikel 74).
De verklaring wordt vervolgens ingeschreven in een hiertoe bestemd register, op het kantoor van de hypotheekbewaarder van het arrondissement waar het goed gelegen is. Vóór deze inschrijving kan de verklaring echter niet aan derden worden tegengeworpen. Middels een Koninklijk Besluit kan bovendien in bijkomende vormen van openbaarmaking van de verklaring worden voorzien en de desbetreffende procedure en kosten kunnen worden vastgelegd (artikel 76).
Aan bovenstaande verklaring en inschrijving is vanzelfsprekend een kostenplaatje verbonden. Naar aanleiding van de inschrijving en de doorhaling van de verklaring worden aan de notaris vaste erelonen betaald waarvan het bedrag - overeenkomstig de wet van 31 augustus 1891 houdende tarifering en invordering van de honoraria der notarissen - wordt vastgesteld.
Wanneer dit niet het geval is, wordt het bedrag vastgesteld op 1 000 euro (500 euro voor de honoraria van de notaris en 500 euro voor de inschrijving van de verklaring).
5. Wat indien de woning zowel voor privé- als beroepsdoeleinden wordt gebruikt? (artikel 75)
Wanneer het onroerend goed tegelijk gebruikt wordt voor beroepsdoeleinden en als woning, wordt in de beschrijving een duidelijk onderscheid gemaakt tussen het gedeelte dat gebruikt wordt als hoofdverblijfplaats en het gedeelte dat gebruikt wordt voor beroepsdoeleinden. De beschrijving vermeldt de oppervlakte van elk gedeelte.
Indien de oppervlakte die gebruikt wordt voor beroepsdoeleinden minder dan 30 % beslaat van de totale oppervlakte van het onroerend goed, kunnen de rechten op het hele onroerend onbeslagbaar worden verklaard. Indien de oppervlakte die gebruikt wordt voor beroepsdoeleinden echter 30 % of meer beslaat van de totale oppervlakte van het onroerend goed, kunnen alleen de rechten op het gedeelte dat als hoofdverblijfplaats gebruikt wordt onbeslagbaar worden verklaard mits men vooraf statuten van mede-eigendom opstelt.
6. Wat indien de zelfstandige de woning verkoopt? (artikel 81)
Wanneer de zelfstandige zijn woning verkoopt, blijft de verkregen prijs onbeslagbaar ten aanzien van schuldeisers wiens schuldvorderingen zijn ontstaan ná inschrijving van de verklaring in het register en naar aanleiding van de beroepsbezigheid van degene die de verklaring heeft gedaan.
Hiervoor gelden echter wel twee voorwaarden:
- de verkregen geldsommen moeten bewaard worden bij de notaris
- en moeten binnen het jaar (te rekenen vanaf de datum van authentieke akte) opnieuw belegd worden in een onroerend goed waar de hoofdverblijfplaats gevestigd is, zijnde een nieuwe privé-woning.
De nieuwe woning is dan ook onbeslagbaar, tenzij kan bewezen worden dat de zelfstandige zijn solvabiliteit opzettelijk heeft verminderd.
7. Zijn er grenzen aan de bescherming van de woning? (artikel 77 en 79))
De verklaring heeft pas uitwerking, en de woning is aldus pas beschermd tegen schuldeisers wiens schuldvorderingen zijn ontstaan ná inschrijving in het register.
De verklaring heeft verder geen uitwerking ten aanzien van de schuldvorderingen die volgen uit een misdrijf, zelfs indien ze betrekking hebben op de beroepsbezigheid.
De onbeslagbaarheid geldt niet ten aanzien van de schulden van gemengde aard, die verband houden zowel met het privé-leven als met de beroepsbezigheid.
Tenslotte heeft de verklaring ook geen uitwerking wanneer de zelfstandige krachtens de artikelen 265, § 2, 409, § 2, en 530, § 2, van het Wetboek van vennootschappen aansprakelijk wordt gesteld. Dergelijke bepalingen bevatten de situaties waarin de zelfstandige een ernstige fout heeft begaan waardoor zijn zaak failliet is gegaan en waarvoor hij eveneens persoonlijk aansprakelijk is.
Er dient opgemerkt te worden dat de bescherming wel uitwerking blijft hebben voor het verleden, na het verlies van de hoedanigheid van zelfstandige, zelfs na een faillissement. Ze blijft eveneens ook uitwerking hebben bij verandering of stopzetting van de zelfstandige activiteit.
De verklaring blijft tenslotte ook uitwerking hebben na de ontbinding van het huwelijksstelsel wanneer het goed wordt toebedeeld aan degene die de verklaring heeft gedaan, behalve ten aanzien van de schulden die ontstaan zijn naar aanleiding van diens zelfstandige beroepsbezigheid en waarvan de invordering uitgevoerd kan worden op het vermogen van de gewezen echtgenoot.
8. Mogelijkheid tot afzien van de verklaring? (artikel 78 en 80)
De zelfstandige kan zijn verklaring intrekken alsof de verklaring er nooit is geweest. Dit moet echter ook via de notaris gebeuren waarbij deze verklaring eveneens dient te worden overgeschreven in het voormelde register. De curator van het faillissement heeft echter nooit het recht de verklaring in te trekken.
Het overlijden van degene die de verklaring heeft gedaan heeft eveneens de herroeping van de verklaring tot gevolg waardoor erfgenamen niet kunnen genieten van de bescherming tegen inbeslagname.
Het afzien van de verklaring heeft uitwerking ten aanzien van alles schuldeisers; de verklaring wordt geacht nooit te hebben bestaan.
Besluit
Bovenstaande regelgeving is een mooi vangnet voor de zelfstandige ondernemer dewelke het risico van zijn bedrijfsactiviteit wenst in te perken. Tegenover het kostenplaatje bij de notaris staat een bescherming voor een veel groter bedrag. De bescherming van de onbeslagbaarheid geldt ten aanzien van al uw schuldeisers, waaronder eventuele kredietinstellingen. Vervolgens dient u weliswaar in te calculeren dat u ten aanzien van deze kredietinstellingen andere waarborgen kan bieden dan ‘de privéwoning als zekerheid voor de geleende kredieten'.