19/05/14

Ook het Hof van Justitie verbiedt de onbeperkte staatsgarantie ten gunste van La Poste

Het Hof van Justitie van de EU heeft in een arrest van 3 april 2014 bevestigd dat de stilzwijgende en onbeperkte garantie van de Franse Staat ten gunste van ‘La Poste’ wel degelijk ongeoorloofde staatssteun uitmaakt.

Op 26 januari 2010 oordeelde de Europese Commissie in haar beslissing aangaande “La Poste” dat de onbeperkte staatsgarantie ten voordele van “La Poste” ongeoorloofde staatssteun uitmaakte. Hoewel niet expliciet voorzien in de wet, noch in een gerechtelijke beslissing of in een algemeen rechtsprincipe, oordeelde de Commissie dat deze stilzwijgende garantie het resultaat was van een combinatie van meerdere bijzonderheden die intrinsiek zijn verbonden aan het statuut van een publieke instelling. Zo gaf de Commissie aan dat een publieke instelling zoals “La Poste” niet onderworpen is aan de gewone faillissements- of andere insolventieprocedures in Frankrijk. Bijgevolg is de schuldeiser van een publieke instelling altijd verzekerd dat hij zal worden terugbetaald, in tegenstelling tot een schuldeiser van een private onderneming.

Tegen deze beslissing van de Commissie werd zonder succes door Frankrijk beroep ingesteld bij het Gerecht van Eerste Aanleg dat op 20 september 2012 oordeelde dat een dergelijke onbeperkte garantie wel degelijk een voordeel opleverde voor “La Poste”.

De Franse Staat stelde vervolgens een beroep in bij het Hof van Justitie dat nu ook de redenering van de Commissie blijkt te volgen.

Het Hof herhaalt dat het begrip staatssteun niet alleen positieve prestaties omvat, maar ook overheidsmaatregelen die de lasten verlichten die normaliter op het budget van een onderneming drukken.

In Frankrijk vloeit het voordeel voor de publieke instellingen uit het feit dat hun financiële positie versterkt wordt door de onbeperkte staatsgarantie. De financiële lasten, die normaliter op hun budget wegen, worden immers verlicht.
Een dergelijke garantie biedt een onmiddellijk voordeel aan deze instellingen en maakt staatssteun uit aangezien het mogelijk wordt een lening aan betere financiële voorwaarden te krijgen dan de voorwaarden die doorgaans op de financiële markten voorhanden zijn.

Het Hof geeft ten slotte aan dat het bestaan van een dergelijk niet-marktconform voordeel in het geval van een impliciete onbeperkte staatsgarantie, een weerlegbaar vermoeden is. Het volstaat voor de Commissie om enkel het bestaan van deze garantie aan te tonen, en niet de werkelijke invloed ervan vanaf het moment van verlening.

Het leidt geen twijfel dat deze beslissing een risico met zich meebrengt voor de publieke instellingen die economische activiteiten uitoefenen. Elke steunmaatregel die niet wordt aangemeld bij de Commissie wordt immers aanzien als illegale steun. Met dit risico zal rekening moeten worden gehouden door de publieke instellingen bij het beheer van hun activiteiten en eveneens door hun contractspartijen.

dotted_texture