02/12/13

Judicial reorganization by collective agreement and the position of public creditors: a never-ending story?

De vernieuwde WCO betreffende de continuïteit van ondernemingen bepaalt voortaan dat binnen het kader van een gerechtelijke reorganisatie door collectief akkoord de schuldenaar de schuldvordering van de fiscus en de RSZ niet minder gunstig mag behandelen dan de best behandelde gewone schuldeisers, wat een zware aantasting van de rechten van de private schuldeisers tot gevolg kan hebben.

De wet betreffende de continuïteit der ondernemingen (hierna de “WCO”) behoeft geen introductie. Sinds haar inwerkingtreding in 2009 werd ze veelvuldig toegepast teneinde ondernemingen in moeilijkheden een laatste kans te bieden om een faillissement te voorkomen. De meest gehanteerde procedure is ongetwijfeld de gerechtelijke reorganisatie door collectief akkoord waarbij de schuldenaar een reorganisatieplan opstelt dat hij ter goedkeuring voorlegt aan de schuldeisers en waarin hij onder het motto van het verzekeren van de continuïteit van zijn onderneming schuldeisers op ongelijke wijze kan behandelen. Dergelijke ongelijke behandeling van schuldeisers zorgde in de praktijk voor heel wat discussies. Een hervorming van de WCO drong zich dan ook op en is inmiddels een feit geworden met de wet van 27 mei 2013 tot wijziging van de WCO die in werking is getreden op 1 augustus 2013. Het spreekt voor zich dat dit laatste discussiepunt één van de kernpunten was bij deze hervorming.

De oude WCO gaf aan de schuldenaar heel wat appreciatievrijheid bij het bepalen van de gedifferentieerde behandeling van de schuldeisers. Dit had tot gevolg dat de schuldenaar bijna altijd voorrang gaf aan de voor de onderneming belangrijkste schuldeisers, met name de banken die het nodige krediet gaven aan de onderneming, alsook de leveranciers die essentiële producten of diensten leverden. De fiscus en de RSZ vielen dan ook systematisch in de categorie van schuldeisers wier vorderingen het meeste werden verminderd. Hoewel dit economisch in de lijn lag met de geest van de WCO, botste dergelijke werkwijze met andere wettelijke principes, zoals het gelijkheidsbeginsel. Zo oordeelde het Hof van Beroep te Luik in een arrest van 24 maart 2011 dat een reorganisatieplan, dat voorzag in een vermindering van de vorderingen van de fiscus en de RSZ tot minder dan 5% van het initiële bedrag, terwijl de overige schuldeisers bijna volledig zouden worden uitbetaald, het gelijkheidsbeginsel schond. Toch oordeelde het Hof van Cassatie dat de schuldvorderingen van de fiscus en de RSZ gewone schuldvorderingen in de opschorting zijn en dat een vermindering gerechtvaardigd kan zijn, zodat slechts in uitzonderlijke gevallen een homologatieplan dat voorzag in een gedifferentieerde behandeling van de fiscale schulden in vergelijking met de overige schuldeisers niet werd gehomologeerd.

De wet van 27 mei 2013 tot wijziging van de WCO verstrengt de mogelijkheid van de schuldenaar tot het opstellen van een gedifferentieerde behandeling van de schuldeisers. Het nieuwe artikel 49/1 van de WCO voorziet immers in een lijst van schuldeisers van wie de vordering amper of niet mag worden verminderd. Zo is het onmogelijk om schuldvorderingen die zijn ontstaan uit vóór de opening van de procedure verrichte arbeidsprestaties, onderhoudsschulden of schulden die voor de schuldenaar voortvloeien uit de verplichting tot herstel van de door zijn schuld veroorzaakte schade die verbonden is aan het overlijden of aan de aantasting van de lichamelijke integriteit van een persoon, te verminderen of kwijt te schelden. De extra bescherming voor verrichte arbeidsprestaties is positief. De bepaling met betrekking tot onderhoudsschulden is dan weer een letterlijke overname van de regeling voorzien in artikel 82 van de faillissementswet.

Hetzelfde artikel vermeldt echter ook uitdrukkelijk de openbare schuldeisers. Als het plan in een gedifferentieerde behandeling van de schuldeisers voorziet, mag de behandeling van de openbare schuldeisers die een algemeen voorrecht genieten (zoals de fiscus en de RSZ), niet minder gunstig zijn dan die welke de best behandelde gewone schuldeisers in de opschorting genieten. De schuldenaar kan in het plan slechts lagere percentages voorstellen op basis van dwingende en met redenen omklede vereisten die verband houden met de continuïteit van de onderneming en mits een strikte motivatie. Het plan kan ook niet voorzien in een vermindering of kwijtschelding van strafrechtelijke boeten. De uitsluiting van strafrechtelijke boeten beantwoordt volgens de parlementaire voorbereidingen aan een rechtvaardigheidsgevoel en ook aan het doel dat een aanvraag tot reorganisatie niet (mede) zou ingegeven zijn door het verlangen te ontsnappen aan een strafsanctie.

Hierbij dient de bedenking te worden gemaakt of de wetgever niet te ver is gegaan met het proberen oplossen van de problematiek van de achterstelling van de openbare schuldeisers in de oorspronkelijke WCO en met dit nieuwe artikel geen nieuwe discriminatie in de hand heeft gewerkt. Het “rechtvaardigheidsgevoel” hanteren als motivatie om geldboetes niet te kunnen kwijtschelden gaat immers voorbij aan de economische doelstelling van de WCO. Ook de gelijkschakeling van de fiscale schuldeisers met de best behandelde gewone schuldeisers kan een zware aantasting van de rechten van de voor de schuldenaar minder belangrijke gewone schuldeisers tot gevolg hebben doordat de problematiek die bestond ten aanzien van de fiscus en de RSZ onder de oude WCO nu volledig wordt doorgeschoven naar deze laatste schuldeisers en dat terwijl de financiële gevolgen voor deze laatste schuldeisers vaak ernstiger zijn dan die van de fiscus en de RSZ met als gevolg dat zij door een vermindering van hun schuldvorderingen soms zelf een gerechtelijke reorganisatie of faillissement moeten aanvragen.

Wat voor gevolgen dit zal hebben voor de praktijk, zal afhangen van hoe de rechtspraak zal omgaan met de mogelijkheid om op gemotiveerde wijze af te wijken van deze principes, maar het is niet onwaarschijnlijk dat de nood aan een nieuwe wetswijziging zich snel zal opdringen.

dotted_texture