15/11/22

Milieustakingsrechter kan ook voorlopige maatregelen treffen

Reeds eerder hebben we aangegeven hoezeer de milieustakingsvordering nuttig kan aangewend worden door de gemeente in haar omgevingsbeleid: zo kan het een beter alternatief zijn dan een schorsingsprocedure voor de Raad voor Vergunningsbetwistingen.

In een vonnis van de milieustakingsrechter van de rechtbank in Veurne van 9 november 2022 worden hinderbeperkende maatregelen opgelegd in afwachting van de beslissing over een milieuvergunningsaanvraag:

In casu had de gemeente een vordering tot staking van activiteiten ingeleid tegen een mestverwerkend bedrijf dat veel geurhinder veroorzaakt voor de geburen. Het bedrijf had weliswaar een omgevingsvergunningsaanvraag ingediend, maar de geurklachten gingen crescendo zodanig dat niet kon gewacht worden op de uitspraak aangaande de omgevingsvergunning, des te meer omdat beroep werd verwacht (en ook daadwerkelijk werd aangetekend) tegen de uitspraak in eerste aanleg.

In het kader van de omgevingsvergunningsaanvraag kwamen partijen – de gemeente en de exploitant – overeen tot een voorlopige maatregel, namelijk de installatie van een chemische luchtwasser in afwachting van de omgevingsvergunningsuitspraak.

Dit is de beslissing van de milieustakingsrechter:

‘Er werd in het kader van de verzoeningspoging tussen partijen (zoals voorzien in het kader van de milieustakingsvordering) door verweerster een tijdelijke oplossing voorgesteld om de geurhinder te beperken in afwachting van de definitieve realisatie van het biobed en het laadsas.

Deze oplossing bestaat erin om de laatste, biologische luchtwastrap van de bestaande luchtbehandelingsinstallatie om te bouwen tot een chemische luchtwastrap. Deze chemische luchtwastrap zou de aanwezige geurcomponenten met een nog hogere efficiëntie verwijderen.

Een door verweerster aangestelde deskundige voor lucht en geur heeft bevestigd dat de luchtbehandelingsinstallatie na deze aanpassing naar alle verwachting hogere rendementen inzake geurverwijdering zal halen dan de huidige configuratie. 

Hierdoor zou de geurhinder significant moeten afnemen.

(…)

Overeenkomstig artikel 1 lid 2 van de Milieustakingswet kan de milieustakingsrechter wanneer hij oordeelt dat er sprake is van een kennelijke inbreuk op de milieuwetgeving of dat er een ernstige dreiging voor zo’n inbreuk bestaat, maatregelen opleggen ter preventie van de uitvoering ervan of ter voorkoming van (verdere) schade aan het leefmilieu.

De rechtbank beschikt over een zekere beleidsvrijheid bij het bepalen van maatregelen en de mogelijkheid om in de belangenafweging rekening te houden met economische en sociale motieven.

Gelet op de verleende omgevingsvergunning door de deputatie, bij gebreke aan kennisname van de motieven van de twee partijen die beroep hebben aangetekend tegen deze beslissing van de deputatie en gelet op het akkoord van verweerster in ondergeschikte orde, acht de rechtbank op heden het verbieden van de verdere exploitatie van verweerster tot op het ogenblik dat er een definitief uitvoerbare en uitgevoerde omgevingsvergunning wordt verleend, te verregaand en disproportioneel, te meer er een tijdelijke en tussentijdse maatregel bestaat om de geurhinder nog verder beduidend te beperken.

De rechtbank acht volgende maatregel, gelet op het standpunt van partijen in afwachting van de beslissing in de beroepsprocedure, passend, met name dient verweerster binnen de maand na het tussen te komen vonnis, de laatste, biologische luchtwastrap van de bestaande luchtbehandelingsinstallatie om te bouwen tot een chemische luchtwastrap die gebruikt blijft tot de tenuitvoerlegging van de geurbeperkende maatregelen die het voorwerp uitmaken van de omgevingsvergunningsaanvraag, met name het plaatsen van een biobed en laadsas’. 

Referentie: Rb. Veurne 9 november 2022 , nr. 2022/1622, ng 

dotted_texture