- Middels (i) de Programmawet van 27 december 2021 en (ii) de Wet houdende diverse bepalingen inzake btw heeft de federale wetgever verschillende fiscale bepalingen gewijzigd die een impact (kunnen) hebben op de bouw- en vastgoedsector;
- Een eerste wijziging betreft de voorwaarden waaronder de gereglementeerde vastgoedvennootschappen (de GVV’s) actief in zorgvastgoed dividenden aan een voordelig tarief van 15 percent roerende voorheffing kunnen toekennen. Sinds 1 januari 2022 dient het geïnvesteerd vastgoed van dergelijke GVV’s voor minstens 80 percent uit zorgvastgoed te bestaan om van deze verlaagde voorheffing te kunnen genieten – voordien was dit 60 percent;
- Daarnaast verhoogt de wetgever het aantal fiscaal voordelige overuren in de bouwsector, op voorwaarde dat de werkgevers gebruik maken van een elektronisch aanwezigheidsregistratiesysteem. Deze overuren zijn vrij van sociale zekerheidsbijdragen en bedrijfsvoorheffing, waarop bovendien geen toeslag en inhaalrust verschuldigd is. Het aantal fiscaal voordelige overuren stijgt in het algemeen van 180 naar 220 uren. Voor werknemers (i) die voornamelijk weg- of spoorwerkzaamheden uitvoeren (met uitsluiting van het aanleggen van ondergrondse leidingen en kabels) en (ii) voor wie de overheid werkuren oplegt tijdens het weekend, op feestdagen en ’s nachts, stijgen de fiscaal voordelige overuren van 180 naar 280. De datum van inwerkingtreding van deze wijziging zal nog nader bepaald worden bij Koninklijk Besluit;
- Verder dienen verhuurders van gemeubileerde kamers met aanvullende diensten, zoals schoonmaak, ontbijt, fysiek onthaal, enz. sinds 1 januari 2022 6 percent btw aan te rekenen. Zij genieten derhalve niet langer van de btw-vrijstellingsregeling voor kleine ondernemingen;
- Ten slotte schaft de wetgever de formaliteit van het btw-attest af, vereist bij de uitvoering van renovatiewerken onderworpen aan een verlaagd btw-tarief van 6 percent. Voor deze afschaffing, diende de bouwheer de vervulling van de voorwaarden voor de toepasselijkheid van voornoemd verlaagd btw-tarief formeel te bevestigen in een btw-attest. De aannemer moest dit attest op diens beurt bewaren met het oog op een mogelijke btw-controle. Deze formaliteit wordt sinds 1 januari 2022 vervangen door een standaardverklaring op de factuur van de aannemer. Bij wijze van overgangsmaatregel kan de aannemer nog tot en met 30 juni 2022 aan deze formaliteit voldoen middels een btw-attest. Na deze datum dient hij een standaardverklaring op zijn factuur op te nemen.